Een stiefouder moet meebetalen
Hoe moet je de kosten van een kind verdelen tussen gescheiden ouders en een stiefouder, mocht die in beeld komen? De situatie is vaak dat ouders destijds zijn gescheiden en hierbij een bedrag aan kinderalimentatie zijn overeengekomen. Als een van de ouders opnieuw trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat met een nieuwe partner, de stiefouder, kan dit financiële gevolgen met zich meebrengen.
Een stiefouder dient bij te dragen aan de kosten van een kind
Als een van de ouders trouwt met een nieuwe partner, de stiefouder, wordt de stiefouder op grond van artikel 1:395 BW onderhoudsplichtig voor het kind dat tot het gezin behoort. Dit wil zeggen dat de stiefouder dient bij te dragen aan de kosten van een kind. Het uitgangspunt van de wet is dat alle onderhoudsplichtigen – ouders en stiefouder – van gelijke rang zijn.
De hoogte van de bijdrage hangt ervan af
Hoeveel ouders en stiefouder dienen bij te dragen in de kosten van een kind, hangt af van alle omstandigheden. Hierbij wegen de volgende factoren extra zwaar mee:
- Tussen ouder en kind bestaat een nauwer verwantschap dan tussen stiefouder en kind;
- De draagkracht van ouder en stiefouder, uitgaande van het netto-besteedbaar inkomen van ieder;
- De feitelijke verhouding van het kind tot ieder van de onderhoudsplichtigen.
Hieronder werken we twee situaties uit om het te illustreren.
Situatie 1: een stiefouder is al jarenlang in beeld
Stel dat de ouders van het kind zijn gescheiden en de moeder jaren geleden al is getrouwd met haar nieuwe partner (ofwel, de stiefvader) en zij sindsdien samen met de stiefvader en het kind een hecht gezin vormt. Het kind en de vader zien elkaar amper. De stiefvader heeft een netto-besteedbaar inkomen van € 4.000,00, de vader van € 3.000,00 en de moeder van € 2.000,00 per maand. De kosten van het kind zijn vastgesteld op € 700,00 per maand. Hoe moet deze € 700,00 dan in beginsel tussen ouders en stiefvader worden verdeeld?
Zoals gezegd zijn in beginsel alle onderhoudsplichtigen van gelijke rang en dienen zij ieder naar rato van hun draagkracht (welke gebaseerd is op het netto-besteedbaar inkomen) bij te dragen in de kosten van het kind. Omgerekend heeft de stiefvader een draagkracht van € 1.295,00, de vader een draagkracht van € 805,00 en de moeder een draagkracht van € 315,00 per maand. Indien zij naar rato van hun draagkracht bijdragen in de kosten van het kind dient de stiefvader € 375,00, de vader € 233,00 en de moeder € 92,00 per maand te betalen aan kinderalimentatie.
Situatie 2: een stiefouder is nog niet zo lang in beeld
Stel dat de ouders van het kind jaren geleden gescheiden zijn en moeder pas twee jaar geleden in het huwelijk is getreden met haar nieuwe partner en zij sindsdien samen met deze stiefvader en het kind een gezin vormt. De band tussen het kind en de vader is goed. De stiefvader heeft een netto-besteedbaar inkomen van € 4.000,00, de vader van € 3.000,00 en de moeder van € 2.000,00 per maand. De kosten van het kind zijn vastgesteld op € 700,00 per maand. Hoe dient deze € 700,00 tussen ouders en stiefvader te worden verdeeld?
De stiefvader zou in principe veel meer kinderalimentatie moeten betalen dan de ouders; meer dan 1/3e deel van de € 700,00. Echter, gelet op het gegeven dat de stiefvader het kind nog maar twee jaar kent en het kind een goede band heeft met zijn vader kan ervoor worden gepleit dat de bijdrage van de stiefvader wordt verlaagd naar maximaal 1/3e deel van de kosten van het kind. Dit komt erop neer dat de stiefvader € 233,00 per maand aan kinderalimentatie moet betalen (in plaats van € 375,00). De ouders dienen het overige deel naar rato van hun draagkracht te verdelen.
Neem contact met ons op
Is jouw ex-partner hertrouwd of een geregistreerd partnerschap aangegaan en wens je een (her)berekening van de kinderalimentatie te laten maken? Of ben je zelf voornemens stiefouder te worden en wens je een inzicht in de financiële gevolgen hiervan? Neem dan contact op met Hendrikx Advocaten voor een vrijblijvend gesprek met Marloek Oudshoorn, Michelle Roobeek of Rosanne Potma.