Vandaag de dag kan je hier ver in gaan
Het komt voor dat ouders een kind willen onterven. In het huidige erfrecht is dat mogelijk: je kunt kinderen uitsluiten als erfgenaam. Het gevolg daarvan is – bijvoorbeeld – dat het onterfde kind niet meedoet aan de verdeling van de nalatenschap. Het onterfde kind heeft geen recht op spullen van de erflater (de overledene).
Een onterfd kind staat niet volledig met lege handen
Ook al is het onterfd, een kind heeft recht op zijn zogenaamde legitieme portie. Dat is een geldvordering die over het algemeen de helft bedraagt van de waarde van het erfdeel als hij niet zou zijn onterfd.
De legitieme portie komt tegenwoordig neer op een vordering in geld
Onder het oude recht – dus voor 2003 – werd een onterfd kind dat een beroep deed op zijn legitieme portie erfgenaam. Dat had tot gevolg dat zij/hij alsnog, ondanks de onterving, aanspraak kon maken op een deel van de goederen van de nalatenschap. Dat is onder het huidige recht niet meer het geval. Het onterfde kind krijgt slechts de vordering in geld die gelijk staat aan de helft van haar/zijn erfdeel.
De vordering is vaak niet opeisbaar
Dit zijn meteen twee belangrijke redenen waarom de legitieme portie niet een heel sterk recht is: het is slechts een geldvordering en qua waarde verliest een kind de helft (ten opzichte van wat hij als erfgenaam zou hebben verkregen). Daar komt nog bij dat in de meeste testamenten wordt bepaald dat de legitieme portie voldaan moet worden door de langstlevende ouder en pas opeisbaar is bij het overlijden van die langstlevende. Met andere woorden, de vordering is vaak niet opeisbaar en het kind dat een beroep doet op de legitieme zal geduld moeten hebben en maar hopen dat er bij het overlijden van de langstlevende nog genoeg over is om zijn vordering betaald te krijgen.
Beroep doen op de legitieme portie moet binnen vijf jaar gebeuren
Daarnaast gelden er korte termijnen. Een beroep op de legitieme portie moet gedaan worden binnen een redelijke termijn (die bijvoorbeeld door de erfgenamen wordt gesteld) dan wel uiterlijk binnen vijf jaar na het overlijden. Overschrijding van deze termijn doet het recht op de legitieme portie definitief teniet. Vijf jaar lijkt best lang, maar het komt voor dat een onterfd kind helemaal geen weet heeft van het overlijden. De notaris, die betrokken is bij de afwikkeling, zal het onterfde kind niet op eigen initiatief op de hoogte stellen. Ook al weet je als onterfd kind niets van het overlijden van de desbetreffende ouder, de termijn loopt gewoon door.
Er zijn mogelijkheden om de legitieme portie te verkleinen
Hier komt nog bij dat er in de praktijk mogelijkheden zijn om de legitieme portie te verkleinen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan boedelmenging. Een voorbeeld ter illustratie: een (vermogende) erflater en de langstlevende waren getrouwd met uitsluiting van een gemeenschap van goederen. Indien het vermogen van de langstlevende 100 is bij zijn overlijden, wordt de legitieme portie berekend over 100. Indien het onterfd kind het enig kind is, bedraagt de legitieme portie een vierde deel van 100; is 25. Stel nu dat de erflater en langstlevende (uiteraard vóór het overlijden) de huwelijksvoorwaarden wijzigen en een gemeenschap van goederen invoeren. Hierdoor treedt boedelmenging op. Het vermogen van de erflater vermengt met het vermogen van de huwelijkspartner. Nu bedraagt het nalatenschapsvermogen nog maar 50 (de andere 50 is op grond van de gemeenschap van goederen reeds ‘eigendom’ van de langstlevende en heeft dus niets met de nalatenschap te maken) en de legitieme portie is in ons voorbeeld nog slechts een vierde van 50 aldus 12,5. Het gevolg van een simpele wijziging van de huwelijksvoorwaarden is dus dat de vordering op rond van de legitieme portie is gehalveerd!
Heeft u vragen of wilt u meer weten over dit onderwerp?
Neem dan contact op met Hendrikx Advocaten.