De werktijdverkorting
Update per 17 maart 2020: de regeling werktijdverkorting wordt vervangen door de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud.
Afgelopen week kwam luchtvaartmaatschappij KLM naar buiten met de mededeling dat zij werktijdverkorting gaat aanvragen voor al het personeel vanwege de gevolgen van het coronavirus. Ervan uitgaande dat de vergunning wordt verleend, heeft dit tot gevolg dat al het personeel van de KLM vanaf eind april tot 40% minder gaat werken. Inmiddels zijn er meer dan 20.000 bedrijven die werktijdverkorting hebben aangevraagd. Maar wat is werktijdverkorting en wanneer kun je deze als bedrijf aanvragen?
Om de werktijdverkorting (met succes) aan te vragen moet in eerste instantie sprake zijn van buitengewone omstandigheden die niet tot het normale ondernemersrisico behoren. Voorbeelden hiervan zijn brand, overstromingen of -zoals in dit geval- het coronavirus. Door de genomen maatregelen omtrent het coronavirus kunnen veel werkgevers hun personeel tijdelijk niet, of veel minder, inzetten.
Veel bedrijven, waaronder de KLM, gaan drastisch reorganiseren om de omzetdaling op te vangen en verdere kosten laag te houden. Maar wanneer het coronavirus vermindert en de markten weer aantrekken, zal de werkgever personeel tekortkomen en ontstaat er een concurrentiestrijd tussen werkgevers onderling. De kans is groot dat je als werkgever je personeel wilt behouden maar wel hun werktijden wenst te verkorten om de financiële klap op te vangen. Hier heeft de overheid als oplossing de ‘werktijdverkorting’ voor bedacht.
Hoe aan te vragen?
De werktijdverkorting kan de werkgever voor zijn personeel aanvragen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid indien er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- Het bedrijf is getroffen door een bijzondere situatie van overmacht.
Er is geen sprake van een bijzondere situatie indien het gaat om een werkstaking, de omzetdaling valt onder het ondernemersrisico of het personeel van de onderneming niet op de onderneming te verwachten behoefte is afgestemd.
- Het bedrijf verwacht hierdoor minimaal 20% minder werk voor 2 tot 24 weken.
Om als werkgever voor werktijdverkorting in aanmerking te komen moet de periode van verminderde bedrijvigheid ten minste twee en maximaal 24 weken duren. Daarnaast moet er minimaal 20% minder werk zijn dan normaal. Normaal gesproken wordt de vergunning om de werktijd van je personeel te verkorten telkens voor perioden van zes weken toegekend tot een maximum van 24 weken. Duurt de periode langer dan 24 weken, zal daarvoor geen ontheffing worden verleend.
Vervolgens wordt de vergunning voor zes weken verleend vanaf de datum waarop de aanvraag voor werktijdverkorting is ingediend, niet over de periode ervoor! Is er na zes weken nog geen verbetering in het bedrijf, dan kan de werkgever een verlenging van de vergunning aanvragen.
Geen werktijdverkorting
De werktijdverkorting kan alleen worden aangevraagd voor werknemers waarvoor de werkgever een loondoorbetalingsverplichting heeft. Voor oproepkrachten, uitzendkrachten of werknemers met een nul-urencontract kan geen werktijdverkorting worden aangevraagd. Daarnaast kun je als ZZP’er geen beroep doen op de werktijdverkorting.
WW-uitkering aanvragen
Als de werkgever de vergunning voor werktijdverkorting heeft ontvangen, dient hij dit direct te melden bij het UWV. Loopt (na maximaal 24 weken) de vergunning af, dan kan de werkgever bij het UWV een WW-uitkering voor zijn personeel aanvragen. Het UWV vergoedt de uren dat de werknemers niet werken tijdens de vergunningsperiode.
Contact met Hendrikx Advocaten?
Heeft u vragen over het arbeidsrecht, bijvoorbeeld over de werktijdverkorting of de WW-uitkering? Neem dan contact op met Hendrikx Advocaten voor een vrijblijvend gesprek met onze arbeidsrechtspecialisten Bernice Nonnekes, Karin van Zijtveld, Sebastiaan van den Brink of Siep van der Galiën of via 0297 – 25 00 18 of info@hendrikxadvocaten.nl.