Nadat een manager ruzie kreeg over covid-19 maatregelen met de directeur van een bouwbedrijf, heeft de directeur de rechtbank verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De directeur was van mening dat covid-19 een ‘griepje’ was en verbood de medewerkers om thuis te werken. De rechtbank schaarde zich aan de kant van de manager, waarna hij in totaal op ca. € 200.000 aan vergoedingen van de werkgever kon rekenen.
De manager in kwestie werkte al meer dan 13 jaar bij het bouwbedrijf. Hij maakte deel uit van het managementteam en rapporteerde rechtstreeks aan de directeur. Op het moment dat het covid-19 virus uitbrak, ontstond er onduidelijkheid op de werkvloer. Toen een collega alle symptomen van het covid-19 virus had, moest deze medewerker van de manager in quarantaine. De directeur kon zich hier niet mee verenigen: het was niet aan de manager om te bepalen wie er ziek was en wie niet. Na een discussie tussen de manager en de directeur kreeg de manager te horen dat ‘Indien hij zich hier niet mee kon verenigen, hij zijn spullen kon pakken en kon vertrekken.’
De manager moest zich later laten opereren aan zijn luchtwegen. Aangezien hij hierdoor tot een covid-19 -risicogroep behoorde, gaf hij de voorkeur aan het houden van afstand en het werken in een aparte kantoorruimte. De manager kreeg nogmaals te horen dat hij kon vertrekken indien het covid-19 beleid hem niet zinde.
De gemoederen liepen vervolgens hoog op tijdens een bedrijfsuitje. Er werd een etentje georganiseerd met 14 medewerkers. Aangezien het onmogelijk was om de afstand te bewaren, besloot de manager om het etentje te verlaten. Korte tijd hierna ontving hij een aanzienlijk lagere bonus dan wat hij in de voorgaande jaren heeft ontvangen. Vervolgens heeft hij zich ziek gemeld met klachten van een burn-out.
Vanaf het moment van ziekmelding wenste de directeur dat de manager niet langer werkzaam zou zijn binnen het bouwbedrijf. Hiermee kon de manager zich niet verenigen, waarna het bouwbedrijf besloot zijn salaris stop te zetten. Zij eisten dat hij zich beschikbaar zou stellen voor zijn werkzaamheden of in gesprek zou gaan over een beëindiging van het dienstverband.
Het bouwbedrijf besluit zich vervolgens tot de rechter te wenden. De manager was volgens het bedrijf uit op een conflict en weigerde daarbij zijn werkzaamheden uit te voeren. De rechter kan zich hier echter niet mee verenigen. Volgens de rechter is van werkweigering geen sprake geweest en evenmin van verwijtbaar handelen aan de zijde van de manager. Het was volgens de rechter niet de manager, maar juist het bouwbedrijf dat ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het bouwbedrijf had een vergaande verantwoordelijkheid voor de veiligheid en gezondheid van haar medewerkers en kan, door zich niet te houden aan de door de overheid gestelde richtlijnen, een ernstig verwijt worden gemaakt.
De rechtbank stelde de manager in het gelijk. De manager krijgt een billijke vergoeding mee ter waarde van ca. €38.000. Daarnaast krijgt hij een vergoeding van juridische kosten, inkomens- en pensioenschade en een bonus. In totaal bedraagt de vergoeding €200.000.
Contact met Hendrikx Advocaten?
Heeft u als onderneming vragen? Neem dan contact op met Hendrikx Advocaten voor een vrijblijvend gesprek met onze arbeidsrechtspecialisten Karin van Zijtveld, Bernice Nonnekes of Sebastiaan van den Brink via 0297 – 25 00 18 of info@hendrikxadvocaten.nl .